Klant-Login

U bent reeds klant bij RESTO bouwspecialiteiten?

Log in om verder te gaan.

 

Login gegevens vergeten? Contacteer ons!

Mail naar info@restobouw.be

Nieuwe bezoeker?

Wenst u graag toegang tot ons uitgebreid assortiment?

Registreer dan uw gegevens om verder te gaan.

 

 

Downloaden catalogus

U wenst toegang tot onze RESTO catalogus? Gelieve hieronder uw gegevens in te vullen.

Voegafmetingen en de invloed van temperatuur

Elastische voegen worden bewust aangebracht in constructies om te grote werking op te vangen. De voegen hebben gemeen dat zij smaller en breder worden door werking van de constructie waarin zij zich bevinden. Deze werking kan veroorzaakt worden door o.a. trillingen, doorbuiging van de constructie door windbelasting, uitzetting en inkrimpen van de bouwmaterialen door het opnemen en afstaan van vocht of temperatuurwisselingen.

 

Thermische uitzetting en krimp van de bouwmaterialen zal in de meeste gevallen de grootste werking veroorzaken.

 

Alle bouwmaterialen hebben een eigen specifieke uitzettingscoëfficiënt die in technische handboeken kan worden opgezocht of door de leveranciers van de bouwstoffen kan worden opgegeven. Er kunnen grote verschillen tussen de uitzettingscoëfficiënten van de diverse materialen aanwezig zijn. Zo zetten kunststoffen t.o.v. glas 8 à 10 keer meer uit.

 

 

In de tabel staat aangegeven wat de uitzetting/krimp van het materiaal is bij een lengte van 1m en een temperatuurverschil van 100°C.

Met deze gegevens kan de werking van een bepaald constructiedeel worden uitgerekend:

betonplaat 5m lengte, max. temperatuurverschil = 40°C:

1,2 x 5 x 40 = 2,4 mm werking

      100

 

Afhankelijk van de maximale duurzaam toelaatbare vervorming van de kit (7–12–25%) kan de minimale voegbreedte (B) als volgt berekend worden (vb. 25%):

100 x 2,4 mm = 9,6 mm

        25

 

Naast de minimale voegbreedte is ook de juiste voegdiepte (D) van belang. Deze diepte is afhankelijk van de breedte en kan volgens de volgende formule berekend worden:

Voegdiepte = Voegbreedte + 6 mm

                                       3

 

Invloed van temperatuur

 

Invloed van de temperatuur* tijdens applicatie

Alle kitten zijn vanaf +5°C te verwerken. Deze temperatuur houdt verband met het feit dat bij lagere temperaturen de mogelijkheid van condens- en/of ijsvorming op of in de ondergrond aanwezig is. Dit zou de hechting van de kit teniet kunnen doen.

Hogere temperaturen tot +30°C à +40°C geven applicatietechnisch over het algemeen geen directe problemen. Wel moet men zich realiseren dat tijdens warme perioden alle bouwmaterialen en constructies hun hoogste temperaturen hebben en het sterkst zijn uitgezet. De voegen tussen de materialen zijn dan op hun smalst, zodat de kitvoeg later alleen nog maar breder kan worden en de kit dus constant onder spanning komt te staan, waardoor de kans op onthechting sterker aanwezig is.

* De geadviseerde temperaturen gelden ook voor de ondergronden.

 

Invloed van de temperaturen na applicatie

Zolang de kit nog niet is uitgehard is de kit gevoelig voor te sterke werking van de voeg. Vooral in de perioden met sterke temperatuurschommelingen kan door uitzetten en krimpen van bouwmaterialen de voeg vrij sterk op beweging worden belast. Is de kit nog in de uithardingsfase, dan kan in extreme gevallen wel eens oververvorming (scheurtjes en/of harmonica-vorming) plaatsvinden. Is de kit éénmaal uitgehard, is deze volledig belastbaar. Hogere temperaturen zullen dan weinig problemen veroorzaken.

Bij lagere temperaturen vb. -10°C, zijn veel kitten stugger geworden, terwijl de voegen door het krimpen van de bouwmaterialen op hun breedst zijn en ontstaat dus de grootste belasting op de voeg.    

Deel dit bericht